De GGC gaat 6.000 eigen inburgeringstrajecten organiseren vanaf 1 januari 2024, naast de 4.000 trajecten van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel. “Eigen trajecten organiseren kan volgens het bestaande samenwerkingsakkoord alleen na overleg met en notificatie aan de Gemeenschappen”,  stelt Verstraeten. “Maar de Vlaamse Gemeenschap werd hierover niet ingelicht. Minister Maron beweert van wel, maar er is zeker geen formele melding geweest en de Raad van State is ook niet overtuigd. Bovendien kunnen de Franstalige onthaalbureaus niet zomaar overgeheveld worden naar de GGC. Minister Maron wil een herziening van het samenwerkingsakkoord maar ik vrees dat hiervoor niet veel enthousiasme zal zijn in Vlaanderen”.

Door de nieuwe regeling zullen de inburgeraars kunnen kiezen tussen een traject van de GGC en van de Vlaamse Gemeenschap. Verstraeten: “Maar de balans tussen de twee trajecten is zoek. Er wordt niet bepaald onder welke voorwaarden de ‘gelijkwaardige’ trajecten -de Vlaamse dus- worden erkend. Zo gelijkwaardig zijn die ‘gelijkwaardige’ trajecten volgens mij dan ook niet. Het lijkt er sterk op dat de GGC-trajecten de A-trajecten zijn en de Vlaamse de B-trajecten.”

Verstraeten stelt zich ook grote vragen bij de manier waarop de GGC de Brusselse inburgeringstrajecten gaat organiseren: “In Vlaanderen brengen de gemeenten de inburgeraars op de hoogte van wat ze moeten doen maar voor de organisatie, het personeel en de lokale agentschappen is alleen het Agentschap Inburgering verantwoordelijk. Hoe pakt men het in Brussel aan? De inrichting zal gebeuren door verschillende vzw’s, die voor begeleiding zullen kunnen rekenen op een andere vzw. Deze vzw’s zullen een deel van hun opdrachten, zoals de cursus burgerschapsvorming, op hun beurt kunnen uitbesteden aan… andere vzw’s.  Een heel kluwen dus, met als waarschijnlijk gevolg dat niet elke nieuwkomer dus dezelfde boodschap zal krijgen. Met zo’n versnippering komen we niet tot hetzelfde waardensysteem voor iedereen. Bovendien komt er nog een andere vzw komen die de inrichtende vzw’s gaat begeleiden en jaarlijks zal rapporteren over het inburgeringsbeleid.”

Op de kop toe is de doelstelling van het inburgeringstraject, namelijk de zelfredzaamheid verhogen met het oog op participatie op economisch, educatief, sociaal en cultureel vlak, niet mee opgenomen uit de ordonnantie van 2017. Verstraeten: “Ook van de bepaling dat men in het inburgeringstraject moet leren over de sociale verhoudingen in onze samenleving is om onverklaarbare redenen weggelaten. Mijn amendementen om deze bepalingen alsnog toe te voegen zijn niet aanvaard. Wel gaat men in de nieuwe ordonnantie met betrekking tot inburgering uit van een interculturele benadering. Dat lijkt ons niet gepast. De focus zou voor ons beter liggen op concepten zoals democratie, de rechtsstaat, secularisme, mensenrechten, de Verlichting, de wetenschap als kennismodel en de belangrijke rol van het maatschappelijk middenveld.”